Huismuizen komen vooral in woningen voor. Ze zijn dragers van een aantal ziektekiemen en kunnen deze overdragen op de mens, vee of huisdieren. Zoals de naam al doet vermoeden is de huismuis een soort muis die je vaak in woningen aantreft. De huismuis heeft een spitse kop met grote oren en duidelijke kraalogen. Ze is slank gebouwd. Het lichaam is dicht behaard, de staart is vrijwel kaal, lang en dun. De huismuis is aan de rugzijde lichtbruin tot donkergrijs; de buik is lichter. Er bestaan vele kleurvariëteiten. De volwassen muizen zijn ongeveer 8 -10cm lang (kop + romp) en wegen 15-30 gram. De vrouwtjes zijn na 2 maanden geslachtsrijp en produceren in een jaar tijd 8 tot 10 worpen van gemiddeld 6 jongen. Ze leven in familieverband in een eigen leefgebied. Huismuizen komen zeer algemeen voor in gebouwen, maar 's zomers ook buiten. Ze houden vooral van warme, droge plaatsen, maar beschikken over een groot aanpassingsvermogen. Ze hebben slechts een klein territorium nodig, enkele vierkante meters is vaak al voldoende. Omdat huismuizen zeer goede klimmers zijn, kunnen ze overal in gebouwen voorkomen. Ze gaan op zoek naar voedselvoorraden en voeden zich met allerlei producten. De huismuis heeft een voorkeur voor granen, spek, kaas... Ze eet (3g-5g/dag) en heeft ook niet veel water nodig om te overleven. Huismuizen zijn dragers van een aantal ziektekiemen zoals leptospirose en salmonella. Er bestaat een kans dat deze ziekten op mens, vee of huisdier worden overgedragen. Daarnaast kunnen huismuizen ook materiële schade veroorzaken doordat ze knagen aan voedselverpakkingen, kabels, leidingen, papier, textiel. Ze veroorzaken vochtplekken door urine en geven stank overlast.